Onderhoud

Op vakantie of een nieuw seizoen:

Doe de ARBOVAK check:

 

Accu

[voldoende spanning (min 11,6 Vdc) en indien gestart wordt deze door de dynamo opgeladen met 13-14,5 Vdc]

Remmen

[dikte van de remblokjes] indien er tijdens het remmen geluid te horen is zullen ze waarschijnlijk op zijn en wordt de remschijf ook flink aangetast.

Banden

[Profiel en druk]

De wet schrijft een minimum profieldiepte van 1 mm voor voor motorbanden.
Het advies licht op 2 mm.
Of de band zijn minimale profieldiepte heeft bereikt kun je zien aan de zogenaamde “Tread Wear Indicators”

[ TWI ]
Dat zijn ondiepe bruggetjes in het profiel.

Slijtage-indicatoren:
U kunt uw profieldiepte eenvoudig controleren door de slijtage indicatoren te checken.
U kunt deze indicatoren vinden in de rillen van het profiel, ter hoogte van de markering TWI of een driehoekje (aan de zijkant van uw motorband).

Is je band is versleten tot aan de slijtageindicator?

Dan betekent dat, dat deze band aan vervanging toe is.

Gedurende de eerste honderd kilometer is het aan te raden om met matige snelheid en voorzichtig te rijden. 

Vermijd abrupte acceleraties, harde remmanoeuvres en scherpe bochten.

Zeker bij een vochtig wegdek!

Oliepeil

[let of je warm of koud moet peilen]

Let op dat je altijd de goede olie kiest:

Een verkeerde soort olie kan zorgen dat men tzt andere problemen kan krijgen.

Verlichting

[ dus voor en achterlamp, remlicht en de richtingaanwijzers ]

Aandrijving

[ indien van toepassing, kettingspanning en tandwielen op scherpe eindjes]

Koelvloeistof

[ indien van toepassing ]

 

 

Motorolie info:

 

Minerale olie komt uit ruwe aardolie

Minerale olie is een product dat uit ruwe aardolie wordt gedestilleerd en waarin aanvankelijk nog veel ongewenste delen zitten. Deze zogenaamde ‘onverzadigde koolwaterstoffen’ kun je met behulp van waterstof afbreken. Daarna houd je een stabiele, minerale basisolie over. Die kun je vervolgens nog verbeteren. Dan praat je over Hydrocrack olie, die al een stap beter en stabieler is dan een ‘gewone’ minerale olie.

Synthetische olie komt uit een laboratorium

Synthetische olie wordt gemaakt in een laboratorium. Een groot voordeel van synthetische motorolie is dat de fabrikant precies kan bepalen welke moleculen er in de olie zitten - en dus welke eigenschappen de olie heeft.

Bij synthetische olie is de variatie in moleculen kleiner en de moleculen breken niet zo gemakkelijk. De olie zal daarom minder snel verouderen of oxideren dan minerale olie. De moleculen glijden ook gemakkelijker langs elkaar, waardoor de olie minder inwendige weerstand heeft en wrijvingsverliezen dus lager zijn. Dit leidt tot een verlaging van het brandstofverbruik.

Additieven of dopes

Bij een halfsyntheet worden minerale en synthetische oliën gemengd. Zo krijg je een vrij hoogwaardige olie voor een relatief lage prijs. Het spreekt dus voor zich dat de gebruikte basisoliën en de toegepaste mengverhoudingen de kwaliteit bepalen.

Om de olie nog verder te verbeteren, worden aan een minerale of synthetische basisolie allerlei additieven of dopes toegevoegd. Zo zijn er dopes die er voor zorgen dat de motor schoon blijft. Deze kapselen vuil in en houden het zwevend, zodat vuil niet kan aankoeken. Andere additieven dienen om de wrijving te verminderen (friction modifiers) of om oxidatie van de olie of de metalen van het motorblok tegen te gaan.

Een probleem van puur synthetische oliën is dat additieven er niet zo goed in oplossen. Doordat de oliemoleculen van synthetische olie mooier tegen elkaar aan liggen, is er minder ruimte voor de additieven. Daarom wordt er vaak zo'n 5 procent minerale olie door gemengd. 

Houd je aan de fabrieksvoorschriften

Dunne(re) olie zorgt soms voor een iets hoger olieverbruik. Maar: bij ontwerp van de motor is wel uitgegaan van gebruik van deze oliesoort. Soms geeft een garagist nog wel eens het goedbedoelde advies om gebruik te maken van een dikkere olie om zo het (hoge) olieverbruik te verminderen. Weet dat het belangrijk is om je aan de voorschriften van de autofabrikant te houden.

Door gebruik van andere olie liggen namelijk weer andere complicaties op de loer.

 

Welke olie moet je nu kiezen?

Het beste neem je – zodra de motor goed is ingelopen - een merkolie van goede kwaliteit, dus een half- of volsyntheet. Voor de viscositeit kijk je eveneens naar het advies in het instructieboekje.

Rijd je grote afstanden, dan kies je het tweede (warme) getal laag, binnen die adviezen. Dus liever een 10W-30 dan een 10W-40. Rij je veel korte afstanden, dan kun je beter een hoger getal kiezen, omdat de olie dan in de loop der tijd door condens en brandstofresten verdund raakt.

Voor barre, winterse omstandigheden kies je het ‘W’-getal zo laag als wordt toegestaan. Dan is de olie eerder bij alle te smeren onderdelen en blijft slijtage aan nokkenassen beperkt. Neem in dat geval dus liever een 5W-40 dan een 10W-40.

Rijd je toch niet als het echt koud is, dan kun je net zo goed een hoger getal nemen.

En natuurlijk geldt altijd: beter de verkeerde olie, dan helemaal geen olie.

 

 

Wat ook handig is, of je tank ook vol is voor de geplande rit.

Kun je ook ver mee komen.

 

Benzine info:

Check ook de soort benzine:

Super RON 98 [5% ethanol]

Super RON 95  [10 % ethanol]

 

In Duitsland heeft men de volgende types:

Super Plus: RON 98

Super: RON 95 met 5% ethanol

Super E10: RON 95 met 10% ethanol

 

RON staat voor Research Octane Number en geeft middels een getal de klopvastheid van de brandstof aan.

Hoe hoger hoe meer klopvast of wel de gevoeligheid voor zelfontsteking.

Zowel V-power, Super 98 als Superplus 98 zijn een Euro 98 brandstof, deze bevatten 0% tot maximaal 5% ethanol en hebben een octaangetal van 98.

Meer info over de benzine types: Benzine brandstof | MVWautotechniek.nl